Dutch Drone Delta - Vanuit samenwerking steeds sterker in innovatie

“Impact maken met dronetechnologie”
Als kennisorganisatie zet het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) zich in voor een duurzame, veilige, efficiënte en effectieve lucht- en ruimtevaart. Zo werkt het met Stichting Dutch Drone Delta (DDD) aan het versnellen van maatschappelijke en economisch relevante dronetoepassingen en het versterken van het drones-ecosysteem in Nederland. Binnen DDD werkt NLR samen met verschillende experts. Vanuit een bredere samenwerking is ook SeederDeBoer als veranderexpert hierbij betrokken.
Dutch Drone Delta (DDD) is een netwerk van organisaties – zowel publiek als privaat – die samenwerken om de drone-industrie verder te ontwikkelen. Drones hebben de laatste twee decennia een evolutie doorgemaakt. Al in het begin van de 21e eeuw werden ze ingezet als onbemand vliegtuig in oorlogsgebieden en bleken ze ook erg handig als middel om slachtoffers op te sporen in rampgebieden. Inmiddels worden drones vooral ingezet bij inspecties van installaties, infrastructuur en natuurlijk ook mediatoepassingen. Ten behoeve van privacy en veiligheid is de wet- en regelgeving rond het gebruik van drones inmiddels aangescherpt. Intussen is de dronetechnologie steeds beter geworden en de overtuiging van de toegevoegde waarde van drones steeds groter.
Ecosysteemontwikkeling
“Dutch Drone Delta is een vehikel waarmee de aangesloten organisaties willen innoveren op het gebied van alles wat je in Nederland kunt betekenen met drones. Het draait daarbij om goede samenwerking,” zegt Lennard Verhoeff, business manager bij NLR en voorzitter van het DDD-bestuur. “Met praktijkvoorbeelden in het veld, kennisdeling en verbinding helpen we organisaties die drones maatschappelijk en economisch willen inzetten. Als kennisinstelling dragen we er graag aan bij om verdere innovatie te realiseren. Toen DDD in 2020 werd opgericht, ging het vooral om ecosysteemontwikkeling; hoe komen we in Nederland tot een steeds sterkere samenwerking tussen alle partijen die nodig zijn om drones letterlijk te laten vliegen? DDD wil dat er in 2035 een florerende drone-industrie staat, maar op kortere termijn willen we al dat zoveel mogelijk maatschappelijke en economische waarde wordt toegevoegd. Dat doen we samen met eindgebruikers, kennisinstellingen, operators en onderwijsinstellingen.”
Expertise in verandertrajecten
DDD startte in 2020. Vier jaar later zit de organisatie in een nieuwe fase, zegt Verhoeff. “We kunnen nu mooie samenwerkingscases laten zien. Op het gebied van logistiek, bijvoorbeeld, waarbij we pakketjes over het IJ hebben laten vliegen. Of heel technisch, door drones tussen gebouwen door te laten vliegen zonder dat je verbinding verliest. Dat zijn relatief kleine experimenten – we moeten gaan opschalen om echt impact te krijgen. Maar daarvoor moeten we stappen zetten. En hoe, daar hebben we met SeederDeBoer over nagedacht.”
NLR en SeederDeBoer werkten al langer samen. “In de opdrachten die wij uitvoeren, lopen we er steeds vaker tegenaan dat we in de organisatie expertise nodig hebben op het vlak van verandertrajecten,” vertelt Alex Rutten. Hij is als manager safety & human performance ook namens NLR betrokken bij het DDD-project. “Wij komen met een technische oplossing of een advies, maar de opdrachtgever moet er vervolgens mee aan de slag kunnen. Maar dat gebeurt niet altijd even snel, waardoor wij onze impact ook niet bereiken. Dat komt doordat we die expertise in verandertrajecten onvoldoende in huis hebben. Waar moet je goed op letten en wanneer moet je gaan opschalen? Dat gaat over het begeleiden van veranderingen. Samenwerking is erg belangrijk voor ons. Dat doen we vooral veel in onderzoeksconsortia en dat is anders dan in een ecosysteem als DDD. Neem een opdrachtgever als Defensie – daar moeten we snel zijn met innovatie. De samenwerking moet dus heel effectief zijn. Ook op dat vlak zijn we geen experts, dus zoeken we uitbreiding van onze expertise. Dat maakt de DDD-case superinteressant om samen met een organisatieadviesbureau als SeederDeBoer naar te kijken. We zijn blij dat we deze expertise aan ons ecosysteem hebben kunnen toevoegen.”
Mooie samenwerking
Vanaf 2023 onderzochten NLR en SeederDeBoer samen hoe ze het innovatievermogen van het DDD-ecosysteem verder zouden kunnen vergroten. “We werkten al langer samen,” vertelt Bram van der Graaf, managing consultant bij SeederDeBoer. “Vanuit die samenwerking zijn we dit grote, complexe onderwerp op overzichtelijke schaal gaan toepassen. Het is niet voor niets dat we nu samenwerken met NLR – we willen onze bijdrage leveren aan grote maatschappelijke transities. Als kennisinstituut biedt NLR een mooie uitdaging om te kijken hoe je nieuwe toepassingen snel en effectief kunt doorvoeren. Door ecosystemen samen te verstevigen, kun je een bijdrage leveren met veel maatschappelijke impact. Daarom vinden wij dit zo’n mooie samenwerking.”
Vanuit SeederDeBoer is consultant Bram Hendriks nauw bij de samenwerking betrokken. “Grote opgaven worden steeds complexer, omdat je bij innovaties met steeds meer betrokkenen te maken hebt waar je rekening mee hebt te houden,” vertelt Hendriks. “Omdat de opgaven zich op verschillende niveaus afspelen en je een werkende oplossing wilt, moet je het systeem daarin meenemen. Dat zie je in een ecosysteem als dit, met verschillende lagen, zoals publieke en private organisaties met vaak verschillende doelen en ambities. Zo’n ecosysteem is een netwerk om innovatietrajecten goed te organiseren én te kunnen coördineren. Daartoe hebben we samen een model ontwikkeld om het innovatievermogen van ecosystemen te onderzoeken en verstevigen op basis van drie complementaire assen.”
Opgave, verbinding en organisatie
“Het eerste perspectief van dit model draait om de opgave van het netwerk,” vervolgt Hendriks. “De gezamenlijke opgave vormt de basis voor iedere samenwerking. Waarom bestaat het netwerk, wat wil het bereiken? Bij het tweede perspectief gaat het om de verbinding die nodig is om het te realiseren, want die is bepalend voor de kwaliteit van de samenwerking; wie levert wat in het ecosysteem? En het derde draait om de organisatie; om effectief aan de opgave te werken, zijn ondersteunende organisatorische structuren nodig. Wat voor overlegstructuur heb je nodig om in een continu veranderende context je ambities te realiseren? Vanuit deze drie perspectieven willen we het innovatievermogen van DDD versterken en professionaliseren. De motivatie binnen DDD is erg groot; de opgave is duidelijk en er is heel veel energie. Maar hoe organiseer je vervolgens dat de juiste mensen op de juiste plek zitten om de juiste verbinding te kunnen maken? Om doelgericht aan de opgave te werken, hebben we advies gegeven. Dat wordt nu geïmplementeerd en krijgt nu ook steeds meer vorm in de organisatie.”
Kip-ei-probleem doorbreken
Uiteindelijk ligt de uitdaging voor DDD op twee punten, vertelt Verhoeff. “Binnen de wet- en regelgeving en experimenteerkaders kun je one-off drone-experimenten doen, maar daarna kom je niet heel veel verder. Je moet heel veel met de overheid in gesprek om de toepassingsmogelijkheden te verruimen op het gebied van ontheffingen en regels. Daarnaast, omdat het nog tegen grenzen aan loopt, is het moeilijk investeerders te overtuigen om van startup naar scale-up en groter te gaan. Dat kip-ei-probleem moeten we doorbreken.” Doordat DDD de samenwerking is aangegaan met grote partijen, zoals KPN, Port of Rotterdam en natuurlijk de overheid zelf, hoopt hij dat ook mkb-bedrijven kunnen meeliften. Verhoeff noemt zowel bedrijven die drones bouwen als partijen die diensten rondom de onbemande vliegtuigen ontwikkelen.

Gestructureerder samenwerken
Verhoeff: “Het heeft wel even tijd gekost voor we ons realiseerden dat we de samenwerking voor echte opschaling nog sterker kunnen organiseren. We zijn bezig samenwerkingsdoelstellingen en organisatiedoelstellingen verder te synchroniseren. Het is heel makkelijk om iets te roepen over een florerende drone-industrie in 2035, maar wat doen we morgen en wie gaat het uitvoeren? De aangesloten partijen in DDD hebben elk hun expertise, maar waren geen organisatiedeskundigen. Vanuit de organische groei die we doormaakten, realiseerden we ons dat we het gestructureerder moesten gaan aanpakken. Het model van SeederDeBoer met de drie perspectieven was daarom heel nuttig. En we hebben daarbij heel gericht aan de doelstellingen gewerkt, met sessies aan de hand van het model. We wilden alle partijen erbij betrokken hebben, want dan ontstaat de energie en kun je het gestructureerd aanpakken. Dat leidt nu tot leuke processen om de DDD-strategie aan te scherpen, de organisatie te versterken en focus aan te brengen waar we onze mensen en middelen het beste inzetten.”
Coalities binnen de dronewereld
Door de samenwerking in DDD kunnen de afzonderlijke organisaties ook hun eigen doelen verwezenlijken op het gebied van drone-innovatie en -toepassing. Verhoeff: “De win-win van de samenwerking moesten we steeds explicieter organiseren en tijdens de werksessies was duidelijk te zien dat dit gebeurde.”
Hendriks: “Alles draait om kenniscreatie en -deling. Daarvoor moet je heel effectief met diverse organisaties kunnen samenwerken. Als je naar een bestendig niveau wilt waarmee je nog jaren door kan, moet je bepaalde zaken gaan afspreken en vastleggen. Die kennisinjectie hebben we stap voor stap binnen DDD aangebracht.”
Het plan is om meer kennis te gaan delen met betrokken branches. Zo moeten er ‘mini-coalities’ ontstaan, met onder meer hulpdiensten, veiligheid en beveiliging, medisch transport en landbouw.
Een enorme kans
Verhoeff: “We staan nu op heel interessant punt. Wat is uiteindelijk het belang van drones? Vanuit de Europese Unie gaat het om onderwerpen als veiligheid, havencontroles en verzending van medische spullen. Maar als gevolg van de huidige geopolitieke spanningen is ook defensie een thema – daar is een versnelling gaande, zowel in technologie als in noodzaak. En die zijn nodig om drones goed en veilig in te kunnen bedden in de samenleving. Maar daar heb je ook samenwerkingen en geld voor nodig. Het ophalen van investeringen is nog een uitdaging.”
De dronesector is per definitie niet tot één land beperkt, omdat de regelgeving net als bij luchtvaart internationaal is. Het grote voordeel voor Nederland is dat we goed zijn in open samenwerken en stakeholders elkaar relatief makkelijk vinden. Verhoeff: “Het botst en knettert dan wel eens, maar je bereikt er veel meer mee. Er ligt hier dus een enorme kans om op dit vlak voorop te lopen. We staan nu op het punt om vanuit de kracht van de samenwerking te bewijzen dat we hier verder mee komen, zodat we in de toekomt de drones kunnen gaan bouwen die vele maatschappelijke doelen kunnen dienen.”